Franse Brand in Praag en Franse oorlogsmisdaden

Foto´s. Links: Franse Brand in Praag, 1689, prent. Rechts: omslag van het boek van Jana Pažoutová, Francouzský požár Prahy (1689), Praag, 2011.

A. Franse brand in Praag in 1689

De uitslaande verwoestende brand in Praag op 21 en 22 juni 1689 werd toegeschreven aan brandstichters in Franse dienst en is de geschiedenis ingegaan als francouzský požár (Franse brand). De brand zou zijn begonnen in de Kaprová-straat nabij de (ondertussen verdwenen) Sint-Valentijnskerk. In Praag waren toen nog vele huizen (gedeeltelijk) in vakwerk, vooral in het getto. De brand, die werd aangewakkerd door een stevige ZW-wind, duurde 24 uur, kostte aan honderden inwoners het leven en vernietigde of beschadigde 749 huizen in de Oude en in de Nieuwe Stad, zes kerken, een aantal kloosters, Ungelt en elf synagogen. Op een paar huizen na brandde het volledige getto met zijn 318 huizen af. Ook het noordoostelijk deel van de Oude Stad en het Sint-Pieterskwartier in de Nieuwe Stad waren nog slechts een puinhoop. Van de kerken werden de Sint-Jakobskerk en de Sint-Nikolaaskerk nabij het Oudestadsplein het zwaarst beschadigd, ze werden later barok wederopgebouwd. Ook de Sint-Salvatorkerk, de Sint-Kastullus, de H.Geest en de Sint-Adalbertkerk (nu verdwenen, nabij de Kruitpoort) waren beschadigd.

Al weken voor de brand was in pamfletten gewaarschuwd voor brandstichters en saboteurs in Franse dienst en door het gepeupel zijn onmiddellijk na de brand verdachten opgepakt, die op vreselijke wijze werden gedood, anderen werden na door foltering verkregen bekentenissen gevonnist en terechtgesteld. Bewijzen voor een Franse opdracht zijn er niet, maar waarom verdacht men Frankrijk? Daar waren redenen genoeg voor: het Franse leger had door haar optreden o.a. in de Spaanse Nederlanden in de tweede helft van de 17de eeuw een uiterst kwalijke reputatie en in 1688-89 hadden Franse troepen chaos en ellende veroorzaakt in de Palts door de verwoesting van steden en dorpen (zie verder). Oostenrijk was toen een van Frankrijks vijanden en de overheid liet pamfletten verspreiden waarin werd gewaarschuwd voor Franse agenten-brandstichters die ekonomische sabotage, intimidatie, ontmoediging, angst en chaos wilden veroorzaken. Later in 1689 waren ook in andere Boheemse steden (bijv. in Klatovy op 8 juli) verwoestende branden, die aan Franse agenten werden toegeschreven, maar daar waren toen nog veel houten gebouwen en misschien was het een ongelukkig toeval (historikus Petr Čornej). Voor de wederopbouw van de getroffen buurten in Praag was steen het verplichte bouwmateriaal (een maatregel die men in het getto niet zo nauw nam). De vernielde romaanse, gotische en renaissance huizen werden vervangen door barok architektuur.

B. Oorlogsmisdadiger Lodewijk XIV

Over de zonnekoning bestaat een door romanschrijvers en filmmakers geromantiseerd beeld. Deze absolutistisch heersende vorst leed aan grootheidswaan, was hoogmoedig, eerzuchtig, oorlogszuchtig, despotisch en ongevoelig voor de armoede en het leed van de bevolking. Hij streefde de Franse hegemonie over Europa na en door brutale gebiedsroof wilde hij Frankrijk noord- en oostwaarts uitbreiden tot aan de Rijn. Daarvoor voerde hij oorlogen die door barbarij waren gekenmerkt. De Devolutieoorlog (1667-68) ging over de Spaanse Nederlanden. In 1670 werd Lotharingen veroverd. Franse troepen trokken de Nederlandse Republiek binnen tijdens de Hollandse Oorlog (1672-78), het ging om louter gebiedsverovering. Tijdens de Rijngrensoorlog (1679-84), in Frankrijk misleidend Réunionoorlog genoemd, veroverde, bezette en annexeerde Frankrijk de Elzas en in 1681 ook de aloude rijksstad Straatsburg. Maar vooral tijdens de Negenjarige Oorlog hebben de Fransen oorlogsmisdaden begaan.

Foto´s. Links: generaal de Mélac, oorlogsmisdadiger in dienst van Lodewijk XIV (een Duitse prent uit die tijd). Aan het optreden van “marodeur” Mélac wordt de eeuwenlange vijandschap tussen Duitsers en Fransen toegeschreven. Rechts: de verwoesting in 1693 van Heidelberg, hoofdstad van de Palts.

C. NEGENJARIGE OORLOG (1688-97)

1. Verwoesting van de Palts in 1689

Na de Franse inval en bezetting van de Palts in 1688 zonder oorlogsverklaring werd in tegen Frankrijk een Grote Alliantie gevormd o.l.v. de Engelse koning Willem III van Oranje. Het keizerrijk riep de Reichskrieg uit tegen Frankrijk (Liga van Augsburg). De Fransen werden in 1689 tot aftocht gedwongen, waarbij ze “verschroeide aarde” achterlieten: bezetting, plundering, verkrachting, verdrijving van de bevolking en brandstichting. Van de Franse gewetenloze oorlogsminister Louvois stamt de uitroep “Brûlez le Palatinat!” De brutale en genadeloze generaal Ezéchiel du Mas, Comte de Mélac, liet dan planmatig een twintigtal steden en tientallen dorpen in de Palts verwoesten. Op 16 februari werd het prachtige renaissance slot in Heidelberg ondermijnd en opgeblazen. Op 2 maart werd dan de stad Heidelberg in brand gestoken, daarna o.m. de steden Worms, Speyer (ook de Dom met de  keizergraven), Mannheim, Maulbronn, Pforzheim, Baden-Baden en vele dorpen. Dat werd in die tijd al als een oorlogsmisdaad beschouwd. Het leverde Lodewijk XIV vele extra vijanden op (o.a. vele Duitse vorsten die voordien neutraal waren).

Tot de Franse barbarij behoren een paar jaren later o.m. ook de verwoesting van de abdij van Hirsau (september 1692) en de totale verwoesting van de stad Heidelberg (mei 1693), wat ook als een oorlogsmisdaad werd beschouwd. In 1694 was er hongersnood in Frankrijk, die aan 2 miljoen mensen het leven heeft gekost.

Foto´s: De verwoesting van Oppenheim (links) en Worms (rechts) in 1689

2. De verwoesting van Brussel

In juli 1695 werd de stad Namen op de Fransen heroverd en Lodewijk XIV stelde toen zijn generaals voor om als vergelding de Vlaamse steden Gent of Brugge te verwoesten, maar maarschalk Villeroy stelde voor om Brussel, de Brabantse hoofdstad, die sinds de 15de eeuw het diplomatieke centrum van Europa was, te bombarderen. Op 13, 14 en 15 augustus 1695 werd Brussel 48 uur lang beschoten en zo werd een van de toen mooiste steden van Europa in puin en as gelegd. Een derde van de stad met meer dan vierduizend huizen, vele nog in vakwerk, het schitterende gotisch raadhuis, vele kerken en kapellen werd door de vuurzee verwoest. Talrijke archieven en bibliotheken en kunstschatten (van der Weyden, Rubens enz.) zijn in de vlammen opgegaan. Dat leidde tot verontwaardiging in heel Europa, men sprak toen over een oorlogsmisdaad.

Foto´s. De verwoesting van Brussel door Franse beschieting op 13, 14 en 15 augustus 1695.

Bij de Vrede van Rijswijk in 1697 moest Frankrijk vele steden weer aan de Zuidelijke Nederlanden afstaan, maar Artesië en delen van Vlaanderen en Henegouwen bleven in Franse handen. Frankrijk mocht ook – onbegrijpelijk – Straatsburg en de Elzas behouden. De Franse hegemonie was in ieder geval gebroken tot aan de komst van de volgende heerser-schurk, Napoleon Buonaparte, maar dat is een ander verhaal.

© Piet Schepens (2018-2021)

P.S. 1. In het bloedjaar 1689 werden de filosoof Montesquieu (scheiding der machten!) en de Boheemse barokarchitekt Kilian Ignaz Dientzenhofer geboren. Goed nieuws uit 1689.

P.S. 2. De glorifikatie van de eigen geschiedenis d.m.v. van leugens, verdraaiing of verzwijging is een Franse topspecialiteit. Slechts een paar voorbeelden: de Franse Revolutie was van begin tot einde een orgie van bloed en geweld, Napoleon was een nog grotere schurk dan de zonnekoning en het opgehangen beeld van de beroemde résistance tijdens WO II is slechts camouflage voor de algemene kollaboratie. (GEERT MAK, In Europa. Reizen door de twintigste eeuw, deel II, Amsterdam, 2004, p. 525.)

P.S. 3. De barokke gildehuizen op de Brusselse Grote Markt dateren van na het bombardement van 1695. De bombastische voorgevels vertonen een overmatige opeenstapeling, een gewriemel en gewemel van architektuurversiersels.