De Boheemse hoge edelman Vratislav von Pernstein bijgenaamd de Schitterende (1530-1582) huwde in 1555 met de vurige Spaanse edelvrouwe Maria Maximiliana Manrique de Lara y Mendoza, die uit het familiebezit een wonder wassen beeldje had meegebracht, dat beroemdheid zou verwerven als het Jezuskindje van Praag. Hare Excelentísima Señora bracht eenentwintig kinderen ter wereld.
Pernstein trad in dienst van de keizers Ferdinand I (†1564), Maximiliaan II (†1576) en Rudolf II (†1612). In 1567, het jaar waarin de Spaanse koning Filips II de bloedzuchtige hertog Alva naar de Nederlanden stuurde die er een militaire diktatuur vestigde, werd Pernstein opperkanselier van het koninkrijk Bohemen en in datzelfde jaar verwierf hij Litomyšl waar hij op de plaats van een vervallen burcht een renaissance slot liet bouwen (1568-1581).
Foto 1. Mastodontus litomyslensis, een indrukwekkend renaissance slot in Oost-Bohemen. De gevels werden vanaf 1580 gedekoreerd met sgraffiti. (Foto: Czech Tourism)
Sgraffito
Sgraffito (van het Italiaanse sgraffiare wat wegschrapen of inkrassen betekent), in het Duits ook Kratzputz genoemd, is een geveldekoratietechniek, die vooral werd toegepast ten tijde van de 16de eeuwse renaissance in Noord-Italië en Midden-Europa. Edellieden, patriciërs, rijke kooplieden en rijke ambachtslieden lieten de pronkgevels van kastelen, paleizen, huizen en stadhuizen met sgraffiti dekoreren.
Op de gevel wordt een ruwe laag mortel aangebracht, dan een pleisterlaag (gewoonlijk kalkmortel) waarin een kleurmiddel is gemengd. Zo verkrijgt men een zwarte, bruine of rode onderlaag, enkele mm dik, met een vrij ruw oppervlak omwille van de grotere hechting van de nog aan te brengen bovenlaag. Deze heeft een bleke kleur en terwijl die nog nat is wordt erop een karton met een tekening op ware grootte (schaal 1/1) gespannen. Met een speciale naald wordt de tekening geperforeerd door karton en natte kalklaag heen. Is de tekening doorprikt wordt die weggenomen. Dan zal de kunstenaar volgens de tekening delen van de natte bovenlaag wegschrapen en daar komt de donkere onderlaag in lijnen of vlakken te voorschijn. Dat moet allemaal vrij snel gebeuren, de bovenlaag mag niet opdrogen. Daarom wordt systhematisch een kleine oppervlakte van enkele vierkante meter behandeld. Sgraffitodekoratie is zeer goed weerbestendig. Het effekt is als dat van grisaille of chiaroscuro in de schilderkunst.
De dekoratie kan bestaan uit eenvoudige geometrische patronen, meestal nabootsing van muurwerk, steenblokimitatie. Daarnaast zijn er ook florale dekoratie en figurale motieven ontleend aan Griekse of Romeinse mythologie, de bijbel of geschiedenis. Talrijk zijn ook allegorische voorstellingen, wapenschilden, huisnaamsymbolen, spreuken, opschriften, jaartallen enz.
Foto 2. Nabootsing van muurwerk m.n. van opus rusticum, ruw gehouwen kwaders (bossagewerk). Over het algemeen envelopjes genoemd. Er zijn twee soorten: de diamantkwaders (links) en de rustika, die heeft randslag en middenvlak (midden), dat kan gedekoreerd zijn (rechts). In Litomyšl gaat het om rustika-envelopjes met gedekoreerd middenvlak (rechts).
Renovatie 1974-1987
In Litomyšl werd in de 18de eeuw de sgraffitomantel door een gekleurde stuklaag bedekt. Sedert midden 19de eeuw zou het kasteel langzaamaan in verval zijn geraakt. In de eerste helft van de 20ste eeuw zijn de sgraffiti op slechte wijze gerenoveerd. Toen men in 1974 van start ging met een nieuwe renovatie was ongeveer tweederde van de sgraffitodekoratie voorgoed verdwenen. Tot 1987, dus dertien jaar lang, werden de sgraffiti tijdens het jaarlijkse bouwseizoen gerestaureerd door vier bekende kunstenaars, de schilders Václav Boštík (1913-2005) en Stanislav Podhrázský (1920-99) en de beeldhouwers Zdeněk Palcr (1927-96) en Olbram Zoubek (1926-2017), die de leiding had. Omwille van hun politieke opvattingen (hun misprijzen voor de kommunistische diktatuur) kregen ze geen opdrachten meer en mochten ze hun werk niet vrij tentoonstellen. Ze werden door de overheid aan het werk gezet in een afgelegen provinciestadje, Litomyšl, waar ze dertien jaar lang de sgrafitti restaureerden tijdens het bouwseizoen, in de winter maakten ze eigen werk thuis in het atelier. Het waren jaren van relatieve zorgeloosheid, ze leefden in een diktatuur een benijdenswaardige surreële werkelijkheid met veel kat-en-muis-spelletjes en humor. Hun restauratiewerk is zeer goed gedokumenteerd, de hoeveelheden bier en schnaps zijn legendarisch.
Foto 3. Links de kunstenaars met in het midden Olbram Zoubek. Rechtsboven een van de gevels voor de restauratie. Rechtsonder: het was zeer dorstig werk.
Waar geen sgraffiti meer waren hebben ze nieuwe thema´s verzonnen, bij voorkeur naar 16de eeuwse voorbeelden, waardoor een wereldwijd unieke gevel ontstond met bijna 8000 rustika-envelopjes met motieven als bijvoorbeeld paarden, varkentjes, hoenen, pauwen, zeepaardjes, zeemeerminnetjes, karpers, snoeken, trompetblazers met bolle wangen, personen met laurierkransen in hand of haar, naakte vrouwen (“jonge vrouwen met realistische details”, E.E. Kisch), vrouwenborsten, blote billetjes, mensenhoofden, putti, engeltjes, monsters, zonnetjes, bloemen, bladmotieven, planten, korenaren, paddestoelen, vele appels en peren enz enz.
Foto 4. Nieuwe motieven uit de jaren 1974-1987.
Foto 5. Ook de lunetten van de overstekende daklijst (foto links) en de bekroning van de schoornstenen (foto rechts) verkregen een nieuwe sgraffitodekoratie.
© Pieter Schepens (2017-2018)