Park Max van der Stoel

Op 1 maart 2017 werd in Praag het monument onthuld dat herinnert aan de ontmoeting van Max van der Stoel en Jan Patočka precies veertig jaar eerder op 1 maart 1977. De Nederlandse sociaaldemokratische minister van Buitenlandse Zaken Max van der Stoel (1924-2011) was toen op officieel bezoek in Praag. Hij had een kort gesprek met de Tsjechische filosoof prof. Jan Patočka (1907-1977), een van de eerste woordvoerders van Charta 77, de dissidentenbeweging i.v.m. mensenrechten die begin 1977 mee door Václav Havel werd gesticht.

De Nederlandse journalist Dick Verkijk (1929) getuigde tijdens een lezing in Praag op 28 februari 2017 over de rol die hijzelf heeft gespeeld in 1977. Hij was bevriend met Max van der Stoel, die hem vroeg of hij mee wou naar Praag op officiëel staatsbezoek. Dat wou hij als “Oostblokkenner” wel en Verkijk stuurde aan op kontakt met dissidenten van het pas opgerichte Charta 77, maar dat wou Van der Stoel aanvankelijk niet. Na aankomst in Praag ging Verkijk naar Jiří Hájek (1913-1993), een van de stichters en woordvoerder van Charta 77 die toen huisarrest had en nam van hem een interview af. Václav Havel zat toen in de gevangenis. Toen Verkijk naar buiten ging werd hij door leden van de StB (staatsveiligheid), die het huis waarin Hájek woonde bewaakten, meegevoerd naar de beruchte Bartolomějská-straat voor ondervraging, maar hij gaf nauwelijks antwoord op de vragen en uiteindelijk liet men hem gaan. Hájek had hem verteld over Patočka en ´s anderendaags, op 1 maart, ging Verkijk Patočka opzoeken en vroeg hem of hij minister Max van der Stoel wilde spreken. Patočka vond dat fantastisch en samen met Verkijk trok hij naar hotel Intercontinental, waar de Nederlandse delegatie verbleef en waar dan de fameuze ontmoeting van Jan Patočka en Max van der Stoel plaatsvond in aanwezigheid van Nederlandse journalisten (zie foto). Vooral Patočka heeft toen het woord gevoerd, hij legde uit wat de doelstellingen waren van Charta 77. De ontmoeting duurde slechts kort en daarna gaf Patočka een interview, waarna Verkijk hem weer naar huis begeleidde. ´s Avonds dook Patočka weer op in hotel Intercontinental waar hij samen met twee medestichters van Charta 77, Zdeněk Mlynář en František Kriegel, een interview gaf aan westerse journalisten die door hun Nederlandse kollega´s waren opgetrommeld. Ook leden van de staatsveiligheid waren aanwezig en die hebben een einde gemaakt aan de vertoning.

max-vds-intercontinental-1-3-1977-a

In de westerse pers verschenen dan artikels over de ideeën en doelstellingen van Charta 77 en Radio Free Europe (München) zorgde voor een verslag dat in het Tsjechisch werd uitgezonden. Een direkt gevolg was dat de Tsjechoslovaakse president Gustav Husák de ontmoeting met Van der Stoel die voor de volgende dag was gepland  afzegde. Jan Patočka werd aangehouden, twee dagen lang uitputtend verhoord door de staatsveiligheid, stortte op 4 maart in, werd naar het ziekenhuis gevoerd en overleed daar tenslotte op 13 maart aan een herseninfarkt. Zijn dood werd meegedeeld door Radio Free Europe en zijn begrafenis werd een politieke gebeurtenis, een helikopter door de StB ingezet maakte het onmogelijk om de toespraken te horen.

Men heeft daarna de vraag gesteld naar de zin van ontmoetingen tussen politici of diplomaten uit demokratieën en dissidenten in diktaturen. Omwille van de dood van Jan Patočka had Max van der Stoel gewetensnood, maar uiteindelijk had hij geen spijt van de ontmoeting. Terecht, Charta 77 is zo immers wereldwijd bekend geworden. Helaas sloeg Nederland een paar jaar later een slecht figuur. De Erasmusprijs 1986 zou worden toegekend aan Charta 77, maar premier Ruud Lubbers en vooral minister van Buitenlandse Zaken Hans van den Broek, allebei kristendemokraten, verzetten zich tegen de uitreiking, zogezegd om de koningin te beschermen, het was alleen niet duidelijk waartegen. Als een kompromis (?) werd dan beslist om de prijs uit te reiken aan Václav Havel. Diens dankrede werd aan Van den Broek voorgelegd en die schrapte enkele passages in de tekst, notabene van een man die in de gevangenis had gezeten wegens zijn strijd voor vrije meningsuiting. Dat de minister de tekst van de bekendste Tsjechische dissident had gecensureerd kwam een aantal kamerleden ter ore en de minister werd uiteindelijk in de Tweede Kamer ter verantwoording geroepen en moest inbinden. Bij de uitreiking van de Erasmusprijs werd de dankrede integraal uitgesproken, niet door Václav Havel want die vreesde dat hij zijn eigen land dan niet meer binnen zou mogen, maar door zijn vertegenwoordiger František Janouch.

Het gedenkmonument in het Park Max van der Stoel vormt een uitgestrekte schaduw die de gevolgen en de durende betekenis van de ontmoeting van beide mannen symboliseert. De lange permanente schaduw kan worden opgevat als de verspreiding via de media van de ideeën van Charta 77. De auteurs van het betonnen monument zijn de architekt Jakub Červenka en de beeldhouwer Dominik Lang. Het Park Max van der Stoel (2014) is gelegen aan de Patočkova ulice, een drukke verkeersstraat in Praag 6.

Kurieus is dat het monument zich bevindt op een voormalige militaire begraafplaats, die in gebruik was van 1786 tot 1906. Nog midden jaren dertig van de 20ste eeuw was de begraafplaats relatief goed bewaard, maar tijdens de tweede wereldoorlog werd hier groente gekweekt, die veel belangrijker was dan verwaarloosde grafstenen en al lang vergeten keizerlijke kanonniers. Vele grafstenen zijn toen verdwenen en de weinige bewaarde grafstenen, allemaal 19de eeuws en met Duitse opschriften, zijn enkele jaren geleden in de barokke verbindingswal tussen twee bastions gemetseld, maar ook daar zijn ze het slachtoffer van vandalisme. Naast het monument is in bastion X (10) een betonnen ingang van een schuilplaats tegen luchtaanvallen en bovenop het bastion is de betonnen verluchtingskoepel nog steeds zichtbaar.

© Piet Schepens (2017-2021)